Esther de Lange: ‘Werkgevers mede aan het stuur zetten, was echt een gouden greep’.

Samen met Esther de Lange, programmamanager van Goedopweg, scheren we met een helikopterblik over het in tien jaar rigoureus veranderde mobiliteitslandschap. Esther werkte al met de hinderaanpak bij Rijkswaterstaat, was als programmamanager medeverantwoordelijk voor Beter Benutten I in de regio, en richtte met een paar mensen Goedopweg op voor de uitvoering van Beter Benutten Vervolg. ‘Durf over de grenzen van je eigen werkgebied heen te kijken. En laten we ook grenzen aan de groei durven stellen.’

‘Terugblikken en vooruitkijken op tien jaar mobiliteitsmanagement in deze regio? Dan kun je niet om Esther heen,’ zegt &Morgen’s Annemieke Stoppelenburg. Toch kom je Esther zelden tegen in de publiciteit. ‘Ik ben meer van het “niet lullen maar poetsen” en heb een hekel aan dikdoenerij. Ik klim alleen op die zeepkist als het echt een functie heeft.’ Gelukkig maakt ze voor &Morgen graag een uitzondering. ‘We trekken al zo lang samen op. Met Annemieke reflecteren op de veranderingen in ons vakgebied en filosoferen over de toekomst is voor mij ook een cadeau.’

Beter Benutten: stem, structuur en sturen op effectiviteit

Daarvoor gaan we eerst terug naar het begin: Beter Benutten. ‘We hadden al veel geleerd van de Minder Hinder-werkwijze van Rijkswaterstaat. Mobiliteitsmanagement werd ontwikkeld om de tijdelijke verkeershinder die ontstaat door wegwerkzaamheden te verminderen. We leerden: hoe zet je spitsmijdenprojecten op, hoe gebruik je verkeersinformatiediensten en vooral: hoe bereik je de automobilist?’ Toenmalig minister Schultz van IenM besluit, mede op basis van ervaringen met de hinderaanpak, om het anders aan te pakken. Zij zet het programma Beter Benutten op met daarin veel meer nadruk op mobiliteitsmanagement en daarmee op gedrag. Ook krijgt elke regio een eigen stuurgroep waarin naast de landelijke en regionale overheid voor het eerst ook het bedrijfsleven vertegenwoordigd is. Esther: ‘een aantal overheidsmensen had hun bedenkingen hierover, maar ik vond het een gouden greep om werkgevers medeverantwoordelijkheid te geven.’ Ook nieuw is dat Beter Benutten mobiliteitsmanagement inzet om structurele problemen op te lossen in plaats van alleen incidentele piekbelasting bij wegafsluitingen. ‘Daarnaast keken we voor het eerst kritisch naar de kosteneffectiviteit van investeringen in infrastructuur. Niet alleen vooraf om investeringsbesluiten te onderbouwen, maar ook achteraf in beeld brengen wat maatregelen opleveren. Bij ‘normale’ infrastructurele investeringen in wegen en spoor doen we dat niet.’

Goedopweg: samenwerken is slimmer

Het Beter Benutten I programma boekt vanaf 2013 resultaten op het gebied van spitsmijden en minder CO2-uitstoot. Esther en andere regionale sleutelfiguren willen echter met Beter Benutten Vervolg niet klakkeloos doorgaan op de ingeslagen weg. Esther: ‘We zeiden tegen elkaar: ”Wat als we met gedragsbeïnvloeding en slimme mobiliteit nou eens écht gaan samenwerken in de regio Utrecht? Als we samen projecten ontwikkelen in plaats van ieder voor zich, en daar een eigen organisatie voor opzetten? Zo kunnen we nog veel meer impact hebben.” Het ging niet zonder slag of stoot maar het is ons met Goedopweg1 wél gelukt. Daar ben ik heel trots op. Samenwerken alleen om het samenwerken is natuurlijk flauwekul. Maar ik geloof echt dat je onderwerpen als MaaS en gedragsbeïnvloeding veel slimmer samen kunt oppakken. Door mensen en middelen te combineren, bouwen we expertise op in deze relatief nieuwe vakgebieden en kan iedereen die vervolgens gebruiken. Durf over de grenzen van je eigen werkgebied heen te kijken, reisgedrag stopt niet bij een wegbeheerdersgrens.’

Verdieping uit het interview

Vertaalmachine tussen overheid en werkgever

Ondertussen zit ook het bedrijfsleven niet stil. Landelijk verenigen 50 grote werkgevers zich in de B50. En ook daar dringt het besef door dat er op regionaal niveau veel te bereiken valt door nauwer samen te werken op het gebied van duurzaam mobiliteitsbeleid en CO2-reductie. Daaruit ontstaat de U152 waar de regionale overheden mee gaan samenwerken. Esther: ‘het was heel erg sterk dat de U15 een netwerk van en voor werkgevers was’. In 2019 leert Esther via de U15 &Morgen beter kennen in de persoon van Annemieke. ’Ik was als gebiedsregisseur via de U15 actief in Utrecht Science Park en Rijnsweerd,’ blikt Annemieke terug, ‘een uitdagend gebied om als adviseur en ‘oliemannetje’ te werken. Door nauw samen te werken met Goedopweg kon ik werkgevers ook concrete acties en tools aanbieden zoals een fietsactie, mobiliteitsscan en Reiswijzer.’ Esther en Annemieke trekken de professionele banden verder aan na het stoppen van de U15, als Goedopweg de werkgeversbenadering van de U15 overneemt. Esther: ‘We konden eigenlijk weer opnieuw beginnen met het vertrouwen winnen van werkgevers omdat wij toch een overheidsorganisatie zijn. Annemieke en andere collega’s hielpen ons daarbij.’ ‘Wij fungeren daarbij vaak als vertaalmachine tussen overheid en bedrijfsleven,’ vult Annemieke aan. Esther: ‘Het lijkt zo gewoon maar het is erg fijn om samen te werken met zulke professionele mensen als Annemieke en haar collega’s. Mensen met wie het ook nog klikt en met wie je aan een half woord genoeg hebt. We houden elkaar scherp.’

Geen eilandmentaliteit maar bruggen bouwen

Mobiliteitsmanagement wordt de laatste jaren steeds complexer, merken zowel Annemieke als Esther. Ten eerste speelt gedragsverandering een steeds grotere rol. ‘Wat beweegt de mens, welke prikkels werken? Het vakgebied reisgedrag ontwikkelt zich enorm en is echt de kinderschoenen ontgroeid,’ aldus Annemieke. Ten tweede zien we mobiliteitsmanagement gelukkig steeds minder als losstaand middel dat we alleen tijdelijk inzetten tijdens wegwerkzaamheden. De coronapandemie laat ons onder andere zien dat als mensen deels blijven thuiswerken, dit echt de spitsproblematiek vermindert. Esther: ‘Mobiliteitsmanagement is geen eiland. We hebben te maken met grote opgaven op het gebied van wonen, werken en duurzaamheid. Opgaven die we niet eenvoudig op kunnen lossen maar waar we alle mogelijke oplossingsrichtingen in samenhang met elkaar nodig hebben. Daarom ben ik blij met de plek die het stimuleren van niet en anders reizen nu heeft binnen het Rijk – regio programma U Ned3.’ Een derde ontwikkeling die Esther signaleert, is dat we op steeds grotere schaal werken: van individuele forenzen en werkgevers naar collectieve aanpakken. Op gebiedsniveau maar ook doelgroepgericht zoals de onderwijsaanpak. ‘Al werkt de combinatie tegenstrijdig genoeg het beste: heel fijnmazig inzoomen op specifieke groepen reizigers enerzijds, en anderzijds focussen op regionale opschaalbaarheid voor maximale impact.’ Als laatste ontwikkeling ziet Esther dat we steeds verder vooruitkijken naar structurelere oplossingen op de langere termijn.

Helikopterblik vooruit: de toekomst is aan integraal werken

Laten we de helikopterblik van deze twee mobiliteitsmanagementexperts inderdaad eens richten op de toekomst. Wat zien zij als belangrijkste ontwikkelingen, welke toekomstdromen hebben zij over slimmer reizen? Esther: ‘In het verleden dachten we vaak relatief makkelijk over uitbreiding van (snel)wegen, maar er zit ergens een grens aan die groei vanwege ruimtegebrek, leefbaarheid en klimaatakkoord. Daarom verwacht ik dat we zeker in stedelijke omgevingen steeds meer het accent gaan leggen op niet reizen, gespreid reizen en anders reizen zoals lopen, fietsen en OV. Dat zie je nu al in bijvoorbeeld Utrecht en Amsterdam. Daarnaast is investeren in duurzame manieren van reizen veel goedkoper dan de aanleg of verbreding van wegen. Wat we nog onvoldoende doen in Nederland is aan de voorkant échte integrale afwegingen en keuzes maken met betrekking tot alle mogelijke mobiliteitsnetwerken en -oplossingen. Vaak denken we primair vanuit het wegennetwerk of het OV-netwerk, terwijl er echt veel meer knoppen zijn om aan te draaien om spitsproblematiek op te lossen. Daarnaast zien we dat opgewaardeerde wegen méér verkeer aanzuigen waarmee we jaren van investeringen in gedragsverandering tenietdoen. Dan wordt het dweilen met de kraan open en hebben we beleid dat elkaar tegenwerkt. Dit effect bespreken we tot nu toe nauwelijks maar zien verkeerskundigen natuurlijk al langer. Die integrale blik ontbreekt, dat kunnen we als BV Nederland nog niet. We hebben er nog niet voldoende methodieken, wetgeving en opleidingen voor. Maar we hebben die integrale blik wél nodig want we moeten alle zeilen bijzetten om genoemde uitdagingen aan te kunnen.’

Verdieping uit het interview

Breed palet, brede blik

Op kleine schaal is die integrale blik wel al steeds vaker aanwezig, merkt Annemieke op: ’Neem de Werkgeversbenadering van Goedopweg. Daarbij kijken we naar alle aspecten die de medewerkersmobiliteit beïnvloeden zoals bedrijfslocatie, voorzieningen en beleid van werkgever en overheid. We merken dat deze aanpak ook de blik van overheden verruimt. Ze zien in gebiedsaanpakken bijvoorbeeld dat fietsstimulering meer effect heeft als we ook het fietsnetwerk verbeteren. We leren steeds meer over integraler werken en afwegen.’ Een ander mooi voorbeeld van zo’n integrale benadering, is volgens Esther een project dat voor 2022 op stapel staat: ‘De Westelijke Stadsboulevard gaat op de schop. De gemeente wil daar het autoverkeer verminderen door van twee rijbanen één rijbaan te maken in combinatie met dynamisch verkeersmanagement (slim sturen van verkeer) en mobiliteitsmanagement. We gaan daar grote groepen inwoners, forenzen en bezoekers verleiden om structureel minder -met name korte- autoritten te maken door niet en anders te reizen. Daarvoor ontwikkelen we een breed palet met communicatiecampagnes, inzet van werkgevers, deelmobiliteitshubs, MaaS, fietsstimulering enzovoorts die we slim combineren tot een aantrekkelijk doek dat aanzet tot slimmer reizen.’

Digitale netwerk versus droge netwerk

Beide experts zien naast de noodzaak van een brede, integrale blik nog een andere belangrijke ontwikkeling in hun vakgebied: de steeds groter wordende invloed en inzet van slimme technologie. Annemieke: ‘Natuurlijk blijft het “natte en droge netwerk” van (hoofd)wegen, OV en vaarwegen belangrijk. Maar daarnaast gaat het de komende jaren steeds meer over een stevige digitale infrastructuur. Kijk naar de inzet van iVRI’s (intelligente verkeersregelinstallaties) en steeds slimmer wordende reisinformatiediensten. Hoe zorgen we dat MaaS-voorzieningen goed met elkaar kunnen “praten”? Dat de digitale snelweg voor iedereen toegankelijk is? Ook bij Goedopweg doen we pilots om via technologie het reisgedrag van mensen te veranderen.’ Esther: ‘Het gaat heel hard met MaaS. Onze eigen pilot met de Gaiyo app vind ik heel gaaf. Je ziet meteen wat je reisopties zijn. Of dat nu met deelauto, OV, deelfiets, deelscooter of een combinatie ervan is. Je reserveert, betaalt en opent al je vervoer met één app, geweldig.’

Duurzame groei

Het is een vraag die tijdens het gesprek geregeld terugkomt: zijn die uitbreidingen van met name snelwegen wel altijd nodig of moeten we grenzen stellen aan de groei? Annemieke: ‘Met corona zagen we dat het echt kan: minder reizen. Als we blijven doen wat we altijd deden, dan verandert er niks. Nú hebben we de kans om dingen anders te doen.’ Esther: ‘Het zou mooi zijn als Rijk en regio durven zeggen: “we stellen grenzen aan ons wegennet vanwege ruimtegebrek, natuurwaarden, leefbaarheid en klimaat. Dit is het, hier moeten we het mee doen. En we zetten alles op alles om de mobiliteitsgroei die we zien duurzaam te faciliteren via alle andere knoppen waar we aan kunnen draaien: meer OV, fiets, lopen, thuiswerken, multimodaal reizen met behulp van deelmobiliteit, slim verkeersmanagement en via snelheidsverlagingen.”’ Annemieke vult aan: ‘We stellen deze vragen al op kleine schaal in het Stationsgebied en in Utrecht Science Park. Wat als we hier de bestaande wegen als uitgangspunt nemen en we slimmer omgaan met het huidige aanbod? Wat moet je daarvoor als werkgever en publiekstrekker doen? Als een soort Willie Wortel doen we kleine beleidsexperimenten in ons eigen “laboratorium”.’ Esther: ‘Klein? Het brengt anders heel wat teweeg bij de werkgevers daar. Ze zien en beseffen dat ze zelf echt een verschil kunnen maken. Dat als een bepaald percentage van hun medewerkers thuiswerkt, met het OV gaat en/of de fiets pakt, we een druk gebied zoals het Stationsgebied samen langdurig bereikbaar en leefbaar houden, en we zo de verwachte groei op kunnen vangen.’

Droom

Werken en afwegen met een veel bredere blik. Grenzen stellen aan de ‘droge’ wegen versus ruim baan voor de digitale snelweg en voor niet-, verspreid- en anders reizen. De koers voor de komende jaren is duidelijk. Blijft er nog wat te wensen over? Esther: ‘Zeker! Ik droom ervan dat er een moment komt dat we kunnen zeggen dat we “klaar” zijn met ons werk. Als we er samen met het onderwijs in slagen om een aantal knelpunten in de hyperspits op te lossen door lestijden beter te spreiden. Als bij 80% van de werkgevers duurzaam mobiliteitsbeleid zo verankerd is in hun bedrijfsvoering dat extra aandacht en middelen vanuit de overheden niet langer nodig zijn. Dat lijkt mij heel gaaf.’ Annemieke: ‘Dan gaan we onze grenzen gewoon verleggen richting de hele CO2-footprint waar mobiliteit immers een groot onderdeel van is. We nemen bijvoorbeeld vliegen nog niet mee in ons werk.’ Esther: ‘Het is goed dat we ons nu focussen op het verminderen van met name automobiliteit. Maar die oogkleppen zijn soms ook irritant omdat de problematiek zoveel groter is dan dat. We zullen alles op alles moeten zetten om het hier leefbaar te houden en de afspraken in het Klimaatakkoord te halen, dus we gaan ons zeker niet vervelen de komende jaren bij Goedopweg.’

2010 – 2014

Beter Benutten I
(VNM -het huidige &Morgen- voert het programmaonderdeel Slim Werken
Slim Reizen regio Utrecht uit)

2014 – 2018

Beter Benutten Vervolg

2014

Start Goedopweg

2012 – 2019

U15 (&Morgen levert gebiedsprojectleider Utrecht Science Park)

2019 – heden

Intensieve samenwerking Goedopweg en &Morgen, met name binnen werkgeversbenadering, gebiedsaanpak en onderwijsaanpak

1 Goedopweg: Binnen Goedopweg werken provincie Utrecht, gemeenten Utrecht en Amersfoort, Rijkswaterstaat MN, en het Ministerie van IenW samen aan een goede bereikbaarheid en leefbaarheid van de regio Utrecht.

2 U15: netwerk van en voor werkgevers die zich inzetten voor een betere bereikbaarheid van de regio Midden-Nederland. In 2019 werd Stichting U15 opgeheven.

3 U Ned: Een regio die tot 2040 én daarna bereikbaar, bewoonbaar en leefbaar is. Om dat te bereiken, werken het Rijk, de Provincie Utrecht en de regio binnen U Ned samen aan projecten op de korte, middellange en lange termijn. Goedopweg voert de kortetermijnaanpak uit.


Experts

Mobiliteitsadviseur
Annemieke Stoppelenburg


Blogs

Lees de blogs
Flexibel werken

Spitsmijden en -spreiden: Zo doorbreek je de didodruk

Uit onderzoek van Kantar blijkt dat piekmomenten na de coronapandemie nóg drukker geworden zijn. Ondanks dat veel mensen flexibeler zijn geworden in waar en wanneer ze werken, kiezen we er toch massaal voor om op de drukste dagen in de spits naar ons werk te reizen. Wat kun jij doen tegen die didodruk?

17 januari 2025 4 min
Parkeren

Parkeerbeleid: Vijf tips voor efficiënte implementatie

Werkgevers vinden het steeds minder vanzelfsprekend om iedere medewerker een parkeerplaats te garanderen. Vanwege de kosten of omdat de parkeercapaciteit niet voldoet. Steeds meer bedrijven voeren daarom een sturend parkeerbeleid in, waarbij bijvoorbeeld alleen een kleine groep aanspraak kan maken op een parkeerplaats, of betaald parkeren de norm wordt. Parkeren ligt echter gevoelig bij medewerkers. Het wordt dan ook vaak gezien als een recht. Hoe zorg je ondanks alle gevoeligheid dat je tot een succesvolle implementatie komt?

17 januari 2025 3 min

Klaar om te starten?

Wij maken graag ruimte voor een vrijblijvend gesprek over het realiseren van duurzame mobiliteitsverandering!

Neem contact op

Ontvang het laatste nieuws over mobiliteit

Bij het aanmelden ga ik akkoord met de algemene voorwaarden opgesteld door &Morgen.